Venkel, je moet er van houden. Zelf vind ik het wel erg lekker, het geeft een frisse smaak aan in dit geval de risotto. Ik houd zelf erg van de anijstinten die de venkel af geeft. Lekkere en frisse risotto. Net weer even anders dan anders. In dit recept heb ik veel peper toegevoegd ter tegenhanger van de zachte venkel smaak, geeft het toch weer een extra bite.

Venkelrisotto
30 minuten
Bewerkelijk
0 – 5 euro pp

Ingrediënten voor 2 personen:

  • 150 gr risottorijst
  • 1 ui
  • 1 teen knoflook
  • 1 limoen
  • 150 ml witte wijn
  • 400 ml groentenbouillon
  • 1 venkelstronk
  • peper

Zo maak je het:

Zet om te beginnen 400 ml groentenbouillon klaar en een redelijk grote kookpan met een dikke bodem op je fornuis. Snipper nu je uitje klein en giet en flinke scheut olijfolie in je pan. Weeg alvast de risotto af op de juiste hoeveelheid.

Snijd de venkel over de helft. Verwijder de wortel en snijd de venkel in hele dunne schijfjes.

Zet je pan met olijfolie op het vuur en zodra de olijfolie heet is, voeg je het uitje toe. Pel de knoflook en snijd deze over de helft, haal de wortel eruit en pers de helft van het knoflookteentje uit in de pan. Fruit het uitje 2 minuten in de olijfolie, voeg daarna de venkel toe en bak de venkel 5 minuten mee. Roer goed. Voeg na 5 minuten de rijst toe. Roer de rijst goed door zodat alle rijstkorrels glanzen van de olie.

Laat ze even een minuutje de olie opnemen. Giet er daarna de witte wijn bij. Als het goed is, is je pan zo heet dat de witte wijn meteen kookt. Blijf de hele tijd goed roeren. Als alle wijn verdampt of opgenomen is door de rijst begin je langzaam vast wat bouillon toe te voegen. Doe dit in verschillende fases, niet alles tegelijk maar ook niet te weinig zodat je elke minuut moet bijvullen. Ik denk dat ongeveer 100-200 ml per keer wel een mooie hoeveelheid is. Blijf de rijst goed doorroeren zodat het niet aanbakt.

Intussen kan je vast wat limoenschil raspen, om er al laatste bij te voegen. Pers daarna de limoen uit.

De risotto moet koken tot al het water opgenomen is. Zodra je het laatste beetje bouillon toegevoegd hebt kan je ook en scheutje limoensap toevoegen.

De risotto is klaar als het vocht zo opgenomen is dat er een smeuïge rijstsubstantie ontstaan is zonder de harde kern. Natuurlijk merk je dit meteen als je proeft en er geen harde stukjes meer in de rijst zitten maar je kan het ook zien aan de kleur van de rijst, de rijst is heel wit en wordt steeds een beetje zachter van kleur. Zodra alle echt witte stukjes weg zijn, is de rijst goed.

Als al je bouillon op is maar je toch het gevoel hebt dat je risotto nog niet goed is, kan je gewoon nog wat extra water toevoegen. Ben hiermee wel voorzichtig en zorg dat je niet meteen teveel extra water toevoegt. Het is een beetje zonde als de rijst zo nat is dat hij helemaal wegdrijft. Hij moet wel plakkerig blijven.

Zodra je denkt dat de rijst goed is, voeg je wat peper toe voor de bite en de limoenrasp. Roer alles goed door elkaar en serveren maar!

Venkelrisotto