Risotto maken blijft vaak voor mensen een uitdaging. Regelmatig hoor ik dat mensen hier moeite mee hebben en dat ze de rijst niet goed gaar krijgen of dat er toch harde stukjes in blijven zitten. Een aantal jaar geleden waren we met het werk in Parijs en kregen we daar als teamactiviteit een kookworkshop! Super leuk! We gingen risotto maken. Het was echt een leuke workshop maar het viel me wel erg tegen dat ook hier, met de aanwijzingen van de professionele kok, de risotto niet helemaal goed ging en we uiteindelijk nog op harde rijst zaten te knauwen. Zelf heb ik nooit zoveel problemen met risotto; het allerbelangrijkste is denk ik dat je voldoende vocht gebruikt zodat de rijst voldoende kan opnemen en helemaal door en door zacht wordt. De onderstaande risotto is samen met een zalmmoot het lievelingskostje van mijn vriend. Hij was erg blij dat dit een volgend blogbericht zou worden en we het daarom nog maar een keertje moesten eten.

Citroenrisotto
30 minuten
Gemiddeld
0 – 5 euro pp

Ingrediënten voor 4 personen:

  • 300 gr risottorijst
  • 1 ui
  • 1 citroen
  • 150 ml witte wijn
  • 900 ml kippenbouillon
  • 1 scheutje witte truffelolie

Zo maak je het:

Zet om te beginnen 900 ml kippenbouillon klaar en een redelijk grote kookpan met een dikke bodem op je fornuis. Snipper nu je uitje klein en giet en flinke scheut olijfolie in je pan. Weeg alvast de risotto af op de juiste hoeveelheid. Zet je pan met olijfolie op het vuur en zodra de olijfolie heet is, voeg je het uitje toe. Fruit het uitje 2 minuten in de olijfolie, voeg daarna meteen de rijst toe. Roer de rijst goed door zodat alle rijstkorrels glanzen van de olie. Laat ze even een minuutje de olie opnemen. Giet er daarna de witte wijn bij. Als het goed is, is je pan zo heet dat de witte wijn meteen kookt. Blijf de hele tijd goed roeren. Als alle wijn verdampt of opgenomen is door de rijst begin je langzaam wat bouillon toe te voegen. Doe dit in verschillende fases, niet alles tegelijk maar ook niet te weinig zodat je elke minuut moet bijvullen. Ik denk dat ongeveer 100-200 ml per keer wel een mooie hoeveelheid is. Blijf de rijst goed doorroeren zodat het niet aanbakt.

Intussen kan je vast wat citroenschil raspen, om er als laatste bij te voegen. Pers daarna de citroen uit.

De risotto moet koken totdat al het water opgenomen is. Zodra je het laatste beetje bouillon toegevoegd hebt kan je ook en scheutje citroensap toevoegen. Ik denk dat het sap van een halve citroen wel voldoende is voor de smaak. Voeg ook de citroenrasp toe. En roer alles nogmaals goed door elkaar.

De risotto is klaar wanneer het vocht zo opgenomen is dat er een smeuïge rijstsubstantie ontstaan is zonder de harde kern. Natuurlijk merk je dit meteen als je proeft en er geen harde stukjes meer in de rijst zitten maar je kan het ook zien aan de kleur van de rijst, de rijst is heel wit en wordt steeds een beetje zachter van kleur. Zodra alle echt witte stukjes weg zijn, is de rijst goed.

Als al je bouillon op is maar je toch het gevoel hebt dat je risotto nog niet goed is, kan je gewoon nog wat extra water toevoegen. Ben hiermee wel voorzichtig en zorg dat je niet meteen teveel extra water toevoegt. Het is een beetje zonde als de rijst zo nat is dat hij helemaal wegdrijft. Hij moet wel plakkerig blijven.

Zodra je denkt dat de rijst goed is, voeg je een heel klein scheutje truffelolie toe. Roer alles goed doorelkaar en serveren maar!

TIP: Zoals eerder aangegeven is deze risotto erg lekker met een gebakken zalmmoot, maar ook met gebakken garnalen of andere vissen is het goed te combineren. Door de lichte en frisse smaak past het heel erg goed als een bijgerecht bij vis.

Citroenrisotto