Arancini zijn Siciliaanse risottoballetjes. Oorspronkelijk vind je ze vaak gevuld met mozarella en tomatensaus maar je kan er ontzettend goed mee variëren. Deze balletjes met een vulling van truffel en parmezaanse kaas zijn een heerlijke toevoeging aan je kerstdiner, of gewoon voor elke andere avond!

45 minuten
Bewerkelijk
0 – 5 euro pp

Ingrediënten voor 2 pers:

  • 300 gr risottorijst
  • 1 ui
  • 150 ml witte wijn
  • 900 ml bospaddenstoelenbouillon
  • 4 tl truffelsalsa
  • 50 gr parmezaanse kaas
  • 1 citroen
  • peper
  • verse peterselie
  • 2 eetlepels bloem
  • 2 eieren
  • 4 eetlepels paneermeel

Zo maak je het:

Zet om te beginnen 900 ml bospaddestoelenbouillon klaar en een redelijk grote kookpan met een dikke bodem op je fornuis. Snipper nu je uitje klein en giet en flinke scheut olijfolie in je pan. Weeg alvast de risotto af op de juiste hoeveelheid. Rasp de kaas en rasp de schil van de citroen.

Zet je pan met olijfolie op het vuur en zodra de olijfolie heet is, voeg je het uitje toe. Fruit het uitje 2 minuten in de olijfolie, voeg daarna de rijstkorrels toe.

Roer de rijst goed door zodat alle rijstkorrels glanzen van de olie. Laat ze even een minuutje de olie opnemen. Giet er daarna de witte wijn bij. Als het goed is, is je pan zo heet dat de witte wijn meteen kookt. Blijf de hele tijd goed roeren. Als alle wijn verdampt of opgenomen is door de rijst begin je langzaam vast wat bouillon toe te voegen. Doe dit in verschillende fases, niet alles tegelijk maar ook niet te weinig zodat je elke minuut moet bijvullen. Ik denk dat ongeveer 100-200 ml per keer wel een mooie hoeveelheid is. Blijf de rijst goed doorroeren zodat het niet aanbakt.

Hak nu vast de peterselie fijn.

De risotto is klaar als het vocht zo opgenomen is dat er een smeuïge rijstsubstantie ontstaan is zonder de harde kern. Natuurlijk merk je dit meteen als je proeft en er geen harde stukjes meer in de rijst zitten maar je kan het ook zien aan de kleur van de rijst, de rijst is heel wit en wordt steeds een beetje zachter van kleur. Zodra alle echt witte stukjes weg zijn, is de rijst goed.

Voeg de peterselie, de truffelsalsa en de parmezaanse kaas toe en roer alles goed door.

Haal de risotto van het vuur. Laat de risotto een beetje afkoelen.

Schep een flinke schep risotto in de palm van je hand. Vorm hiervan een mooi balletje. Herhaal dit totdat je genoeg bolletjes hebt.

Zet nu drie wat diepere borden klaar.

Bord 1: doe de eetlepels bloem erin, verdeel goed over de bodem

Bord 2: breek de eieren boven dit bord, klopt de eieren met een vork los.

Bord 3: Doe hierin het paneermeel.

Haal nu de risottoballetjes eerst door de bloem, daarna door de eieren en als laatste door het paneermeel. Herhaal dit voor alle balletjes.

Zet nu ofwel je frituurpan aan (liefste met olijfolie of zonnebloemolie) of gebruik als je geen frituurpan hebt een wok met olijfolie. Laat de olie heet worden en dan bedoel ik echt heet! Je kan de hitte testen door een blaadje peterselie in de olie te frituren, indien er rondom het blaadje drukke luchtblaasjes ontstaan is de olie heet genoeg.

Frituur de risottoballetjes 5-8 minuten afhankelijk van de grootte. Je kan de balletjes meteen serveren eventueel met je gefrituurde peterselie blaadje.